Wilt u donatie doen aan het PD3RFR Hobbyfonds?

 


Lid VERON afdeling 27
 
Lid VERON afdeling A-08


 

Member on SocialHAMs #2394

 

Siemens T-100RTTY

Telex is een methode van communicatie, waarbij 2 automatische typemachines via een telefoonlijn met elkaar in verbinding staan, ook wel TTY, TeleType (verreschrijvers of teleprinters) genoemd. RTTY is een bijzondere vorm van telexen, waarbij de verbinding via een radiosignaal tot stand komt. TTY is een telexverbinding via een telefoonlijn en RTTY is een telexverbinding via radiosignalen. De telexmachines zijn voor beide systemen gelijk, alleen de aansturing is verschillend. 

RTTY is nogal traag naar huidige normen, een typische baud rate voor RTTY was 45 baud (ongeveer 60 woorden per minuut). De combinatie van een lage baudrate met een robuuste FSK modulatie maakt RTTY erg resistent tegen radiostoringen.

Geschiedenis

De eerste telex-verbindingen werden in de tweede wereld-oorlog, uitsluitend voor militaire doeleinden, tot stand gebracht. Later is deze toepassing ingeburgerd bij diverse overheidsdiensten, persbureaus en uiteindelijk zelfs op kantoor bij diverse grotere bedrijven. Met de komst van de IBM PC’s in 1984 alsmede enige tijd later de eerste fax-machines, raakte de telex uit de belangstelling. Een telexmachine was duur in aanschaf en onderhoud, groot qua afmetingen, zwaar en lomp in tegenstelling tot de fax-machines van de laatste decennia. De telex werd steeds minder gebruikt en kwam uiteindelijk via de dumphandel bij de radioamateurs terecht.

De werking

RTTY maakt gebruik van ‘n 5-bits code, aangevuld met een start- en stopbit. Deze code is ontwikkeld door de heer Baudot. Met een 5-bits code kunnen er 2 tot de macht 5 min 1 = 31 karakters worden weergegeven. Om de signalen te kunnen onderscheiden wordt er gebruik gemaakt van MARK en SPACE combinaties, aangeduid met FSK, wat weer staat voor Frequency Shift Keying. Bij FSK wordt het verschil van mark en space ‘vertaald’ naar twee verschillende frequenties. Het mark signaal is de hogere frequentie, het space signaal is de lagere frequentie. Met de term SHIFT wordt het verschil tussen de mark- en spacefrequentie aangeduid. Door een zender in frequentie te varieren in het ritme van de mark- en space signalen, was het mogelijk om draadloze telexverbindingen te maken.

De Baudot-code

Met de Baudot-code kunnen dus maar 31 tekens verstuurd worden, terwijl iedereen weet dat het alfabet uit 26 karakters bestaat. Hoe zit dat nu met de 10 cijfers? Dat is heel eenvoudig. Naast de 26 karakters voor het alfabet worden er extra tekens gebruikt voor speciale funkties en/of tekens. Er zijn dus 31-26=5 extra funkties beschikbaar (de 32e tellen we niet mee, want er moet rekening worden gehouden met de ruststand). Een ervan is het omschakelen tussen letters en cijfers. Net als bij de gewone typemachine heeft een telexmachine een ‘wagen’ die hoger of lager gezet kan worden. Door de wagen hoger te zetten zullen de aaqnslaghamertjes in plaats van letters cijfers en speciale leestekens kunnen afdrukken. Zo is er ook een funktie voor Carriage Return, (wagenterugloop), net al bij de gewone typemachine. Zelfs een belletje kan er mee worden aangestuurd. Samengevat: 26 karakters, lettershift, cijfershift, carriage return, line feed en als laatste de spatiebalk. Zodra de telexmachine in de cijfershift stand staat, hebben we weer 26 tekens voor ons ter beschikking, dus 10 cijfers, de punt, komma, vraagteken, schuine streep, plusteken, minteken en dergelijke.

Mark, space, shift en baudrate

Voor de mark en space-frequenties worden op de verschillende amateurbanden ook verschillende instellingen gehanteerd. Zo zal u 1445/1275 Hz, met een shift van 170 Hz tegenkomen, maar ook 2550/2125 Hz, met een shift van 425 Hz en ook 2975/2125 Hz met een shift van 850 Hz. Om de verwarring nog groter te maken, maken we ook nog onderscheidt in de baudrate. Met het begrip baudrate geven we de pulsduur van 1 puls van het signaal aan. Een pulsduur van 22 ms geeft een baudrate van 45,45 aan, terwijl een pulsduur van 20 ms een baudrate van 50 aangeeft. De meest gebruikte baudrates binnen de amateurbanden zijn 45,45 baud en 50 baud. Op de HF-banden komen we ook nog andere baudrates tegen zoals 75 baud, 100 baud en hoger. Een opmerking is hier op zijn plaats, indien beide telexstations een ongelijke baudrate hebben ingesteld, zal het niet mogelijk zijn dat er een correcte verbinding tot stand zal worden gebracht, immers de beide machines ‘begrijpen’elkaar niet en er zal alleen maar wartaal op het papier komen te staan. Op de ouderwetse telexmachines, ook wel ‘wortelstampers’genoemd, wordt de pulsduur = baudrate ingesteld door de draaisnelheid van de motor. De aansturing gebeurt met een DC signaal en zogenaamde lijnstroom (current loop).

Pulsopbouw telex-karakterIn het figuur rechts is de pulsopbouw te zien van een telex-karakter. Elk karakter bestaat uit 5 databits plus een startbit en ongeveer anderhalf stopbit (1,41x). Het startbit is dus altijd even lang als een databit, het stopbit is circa 1,5 keer zolang als een databit. Het startbit gaat altijd van hoog naar laag, dus van mark naar space. Het stopbit gaat altijd van laag naar hoog, dus van space naar mark. Bij een baudrate van 45,45 is de pulsduur van elke databit 22 msec ( 1 / 0,022 sec=45,45 baud). Bij elkaar opgeteld is dat 22 (startbit) + 5 keer 22 (databits) + 31 (stopbit) = 163 msec per karakter. Uitgaande van die 163 msec komen we op 368 karakters per minuut (60 / 0,163).

FSK versus AFSK

Al eerder is het principe van FSK, Frequency Shift Keying, uitgelegd. Er is echter ook een ander systeem, het AFSK-systeem. AFSK betekent Audio-FSK, oftewel mark en space wordt gemaakt met een verschil in toonhoogte i.p.v. verschil in zendfrequentie. Samengevat kunnen we stellen dat op de HF-banden in SSB mode met FSK wordt gewerkt en op de VHF en UHF banden in FM mode met AFSK.

De ponsband

Het vele werken met telexmachines bracht de wens met zich mee om een tekstbericht meerdere keren te kunnen versturen. Hiertoe is de ponsbandlezer uitgevonden, u heeft misschien wel eens zo’n ponsband in uw handen gehad. Het leuke van de ponsband is dat er in die ponsband ruimte is voor 5 gaatjes, jawel, de 5-bits code van Baudot. In het midden van de band zit een veel kleiner gaatje voor bandtransport. De latere, meer moderne telexmachines hadden al een ingebouwde ponsbandlezer en zelfs soms ook een ponsbandschrijver. De moderne telexmachines op de kantoren werkten vaak met een 7- of 8 bits code (ASCII-code) zodat de ponsbanden voor deze machines geen 5 gaatjes maar 7 of 8 gaatjes op rij hebben !

De geluidskaart-interface

RTTY in DM780 (Ham Radio Deluxe)Met behulp van de moderne PC, de in de computer aanwezige geluidskaart en een zelf te bouwen geluidskaart-interface (soundcard-interface) is het op zeer eenvoudige wijze mogelijk om mee te kunnen ‘schrijven’ met de vele op de amateurbanden uitgezonden RTTY signalen. Er zijn enige freeware programma’s via internet te downloaden, zoals o.a. het MMTTY programma. Een leuk bijkomend iets is, dat met een geluidskaart-interface ook veel andere amateurmodes kunnen worden gedecodeerd, zoals CW, FAX, AMTOR, SSTV, HELL, Olivia, PSK31 en dergelijke. Daar is echter een ander programma voor nodig, de zogenaamde multimode-programma’s zoals MixW en Ham Radio Deluxe. Deze zijn echter niet freeware. 

Op de volgende frequenties zijn conform het bandplan (novice) amateur-RTTY uitzendingen te vinden: 7.085 MHz, 14.085 MHz, 28.085 MHz, 145.300 MHz. De op de amateurbanden meest toegepaste snelheden zijn: 45 / 45,45 / 50 / 75 baud.

ONTVANGEN QSL-KAARTEN

ONDERSCHEIDINGEN